Zomervakantie 2024, ik durf er nog bijna niet aan te denken. Met een man in huis die zijn hielbeen heeft gebroken en net geopereerd is – met infectie erachteraan – heb ik even wat anders aan het hoofd dan vakanties uitzoeken. Maar stiekem denk ik wel even terug aan het voorjaar van 2023. Toen we het er voor het eerst op waagden om een lang weekend weg te gaan met de caravan. In de jaren ervoor brak het zweet me nog uit als ik er alleen al aan dácht om de hele caravan in te pakken voor ‘maar’ een paar daagjes weg, maar Pinksteren 2023 besloten we het er eens op te wagen. En met succes!
Mijn man wilde het er al eerder op wagen hoor. Ik was het gemaksdier dat steeds een beetje tegensputterde. “Alles inpakken. Álles inpakken, en dat voor vier dagen? Doe eens even normaal, wat een werk!” En dan boekten we weer een hotelkamer of een huisje. Voor veel teveel geld. Waarmee je dan andermans extra vakantie loopt te betalen, want serieus… een familiekamer voor twee nachten à €560 euro? Het is het gewoon niet waard. Op geen enkele manier. En toen ik me dat vorig jaar realiseerde met m’n boodschappenwagentje voor de neus waarvoor ik net óók al teveel euro’s had neergeteld, dacht ik: we gaan het gewoon een keer proberen, zo’n weekendje kamperen.
En dus haalden we een paar dagen voor Pinksteren de caravan uit de stalling. We installeerden hem voor de deur en terwijl Wouter de pootjes uitdraaide, draaide ik de vakantiepaklijst uit de printer. Eén van de eerste dingen waar ik achter kwam? Een weekendje weg met de caravan is eigenlijk helemaal niet zo ingewikkeld als ik dacht. Praktisch alles zit gewoon al in de caravan. Pannen, bestek, theedoeken, vaatdoeken, afwasborstel, handdoeken, badmintonrackets, wasrek met knijpers, jeu de boules ballen en ga zo maar door. Waarom had ik hier in hemelsnaam niet eerder op deze manier naar gekeken? Eigenlijk hoefden we nog maar vijf belangrijke dingen te doen.
Ik heb het wel eens gedaan hoor, de caravanbedden pas opmaken op de eindbestemming. Met de felle zon op het dak en de ramen nog dicht, want die ben je in de snelheid vergeten open te zetten. Hupsakee, doorpakken, drie bedden voorzien van molton, hoeslaken en even de dekbedjes op vijftig vierkante centimeter in hun hoes kloppen. En op het moment dat je bíjna geen adem meer krijgt toch maar die caravan uitstappen. Rood aangelopen, heter dan wanneer je uit een Finse sauna stapt. Nee, daar ben ik mee gestopt. Doe ik lekker thuis al. Het hoeslakenfestijn moet natuurlijk in de caravan gebeuren, maar de dekbedden maak ik in een koele woonkamer klaar. Op m’n dooie gemakkie. En tuurlijk, dit moest voor het weekendje ook even gebeuren. Weet je? Binnen twintig minuten gepiept.
Geen vakantie is compleet als we niet in een zwembad zijn geweest. En dus gaan de badlakens en de zwemkleren altijd mee. Ook voor dit weekendje. Maar het was nog geen vijf minuten pakwerk. Vier badlakens, één reserve, allemaal een setje zwemkleren en een paar duikbrillen en stokjes om op te duiken en dat is het wel.
Jaaaa, kleding is dan wel mijn grootste uitdaging voor een lang weekend kamperen. Zeker wanneer we – zoals met Pinksteren 2023 het geval was – in Nederland blijven. Dan kan het overdag wel lekker van temperatuur zijn, ’s avonds zit je als je niet oppast met blauwe kaken nog een potje Rummikub te spelen voor de caravan. Maar op zich heb je voor een paar dagen dus niet zoveel nodig. Ondergoed, pyjama, allemaal twee lange broeken (op de camping kan hij rustig twee keer aan) en twee korte broeken (zelfde verhaal) en wat jasjes en vestjes die eventueel over elkaar aan kunnen. O ja, en een paar fleecekleedjes die je tijdens Rummikub dan nog even lekker om je heen kunt slaan. Gelukkig had ik daar nog even over nagedacht, want de avondtemperatuur zakte ineens naar tien graden.
Neem ik in de zomervakantie toch altijd een soort EHBO-kratje mee, voor dit weekendje weg volstonden simpel ingepakte toilettassen. Tandenborstels, tandpasta, deo, geurtje, kleine shampoo en douchegel en misschien wat gel of spray voor de haren. Er ging ook zeker geen complete make-up tas mee, want een mascara, een blush en een wenkbrauwpotlood zijn meer dan genoeg voor bij mijn campingoutfit. Die propte ik dus gewoon bij de normale toilettas in.
Schrik niet, voor dit weekendje weg nam ik geen halve voorraadkast aan boodschappen mee. Enkel wat beleg, de kaas die we lekker vinden, wat snoepjes en twee zakjes chips. De rest besloot ik gewoon in de kampwinkel of in de supermarkt vlakbij te halen. Voor onderweg was er natuurlijk niets nodig, en dat scheelde een boel inpak- en nadenkwerk.
Nou that’s it. That’s it! En tuurlijk, misschien slingerden we terloops nog wat spelletjes, tekenspul en boekjes erin (en iets van 832 knuffels), maar dat waren allemaal geen dingen die mee móesten. Enkel dingen die we misschien zouden gebruiken op een moment dat we ons verveelden. Maar iedere kampeerder weet natuurlijk… buiten verveel je je eigenlijk nooit. Dat is het mooie van kamperen. En dat ga ik vooral onthouden voor wanneer we weer eens een weekendje met de caravan weg willen.