Ik zal eerlijk zijn: 5-sterren campings? Ik hou er niet zo van. Wat daar precies de reden van is weet ik eigenlijk niet eens. Ik wijt het maar aan mijn oer-Hollandse, doe-maar-normaal-dan-doe-je-al-gek-genoeg, voetjes-op-de-vloer opvoeding dat ik gewoon niet zo van dat luxe, ovedreven gedoe houd.
Op sociale media worden we dag in dag uit overspoeld met het beeld dat alles maar mooier, beter en groter moet. Iets waar ik me 49 weken per jaar helemaal kapot aan erger. Die andere drie weken vind het juist heerlijk om een klein beetje terug te gaan naar een wereld waar niet alles perfect hoeft. Simpel met elkaar zijn en leuke dingen doen (en pppppplease zonder begeleiding van een animatieteam), dat is waar ik van houd. Maar ieder z’n ding natuurlijk. Lang verhaal kort: vet logisch dat ik dit jaar met m’n gezin naar een Hollandse 5-sterren camping ga. Eeeh huh, hoe dan? Corona.
Want wat was het plan? Italië. Bloemenriviera om precies te zijn. Rustiek campinkje, 80 plekkies, middenin de natuur en mét kneuterige eigen wijngaard (vinkje op de bucket list hoor!). In de buurt van pittoreske dorpjes als Isolabona en Dolceacqua. We zouden samen met hele leuke, gelijkgestemde anti-poeha-mensen gaan die we twee jaar geleden ontmoetten op net zo’n rustiek campinkje in Zuid Frankrijk. Ik zag me verdorie al zitten met m’n verse pasta en glaasje pinot grigio. Op een té gezellig terrasje waar de ober lieflijk een hand over de blonde koppies van m’n dochters strijkt en Eros ramazotti op de achtergrond klinkt. Genieten van la dolce vita. Gadverdarre. Door de neus geboord. Waardoor? Corona.
Toch heb ik dan weinig zin om lang in die slachtofferrol te hangen. Dus: hupsakee, niet lullen maar poetsen. Vakantie Italië door naar volgend jaar en voor dit jaar wat anders bedenken. In Nederland. En na weken tussen dezelfde muren voelt een fietstocht naar de plaatselijke ijssalon al als een uitje, dus alles is dit jaar goed, zei ik tegen mezelf. Het was op een zaterdagochtend in april dat onze vakantievrienden ons een camping in Drenthe tipten. Die we een uur later geboekt hadden. Want we hoefden deze camping niet aan te betalen (dat hadden we in Italië immers óók al gedaan) en zouden kosteloos kunnen annuleren als Corona toch roet in het eten bleef gooien.
Pas daarna ging ik de site eens goed bekijken. Toegegeven: had ik misschien andersom moeten doen. Want ai, ai, ai. Ik zag plaatjes van speeltuinen zo groot als voetbalvelden, een dansend animatieteam met Prodent-smiles, veel te luxe toiletgebouwen, gezellige familiebingo’s (jippie!) en een enorm restaurant waar zo’n gezellige campingmascotte (beer, konijn, aap...weet ik ‘t) rondloopt. En 580 kampeerplekken. Ik herhaal: 580! Precies wat ik vreselijk vind dus. O, o, o… Corona.
Die nacht kon ik nauwelijks slapen. Ik kreeg angstaanjagende flashbacks naar 2015, toen we na de geboorte van dochter 2 ook besloten om met de caravan van mijn ouders naar een Nederlandse 5-sterren camping te gaan waar het geluid van het animatieteam letterlijk door speakers schalde die in bomen over de hele camping waren gehangen zodat je ze niet kon missen (want stel je voor…). Waar je ‘s avonds niet lopend naar het theater kon omdat je bijna omver werd gefietst (want 200 meter lopend afleggen is kennelijk een hele opgave). Waar het gros van de caravans twee keer zo lang is als de doe-maar-duur leasebak die ervoor rijdt. En waar de campingmascotte als je jarig bent zomaar ineens voor je tent of caravan kan staan. Doodeng. De dag erna zat ik nog steeds met de handen in het haar. Was dit wel een goed plan?
Ik hoor je denken: waarom heb je het dan niet alsnog geannuleerd? Het antwoord is best simpel: deze joekelse camping zou dit jaar maar voor 60% volgeboekt worden, dus een stuk rustiger dan normaal. En een beetje overgeorganiseer in de vorm van ruimte in de vele voorzieningen, perfect schoongemaakte gebouwen en ‘alles gewoon goed geregeld’ klonk voor dit jaar ineens best aardig. Plus (eerlijk is eerlijk) we waren al lang blij dat we gegarandeerd een plekje hadden. En daarom voelde dit plan – ondanks die enge campingmascotte – voor dit jaar uiteindelijk toch als een goed plan B. En dan zeggen we na deze zomer hopelijk heel snel: dahaag Corona (zodat we volgend jaar allemaal weer lekker kunnen doen wat we écht leuk vinden).
Wil je weten hoe Ilze het heeft gehad? Lees dan het vervolg 'Met de billen bloot'.