Dat is de vraag die Campingzoeker stelde op social media. Ik antwoordde dat ik er een blog over kon schrijven en dat werd me dan ook van harte aangeraden. Toch twijfel ik er nu aan of het wel een kampeerervaring is want het gaat over autopech terwijl we kampeerden. En niet een avontuur op een camping. Toch waag ik het erop..
We stonden op een camping in Pornichet aan de zuidkust van, hoe kan het anders, Bretagne. Het was de tijd dat onze jongste dochter nog mee ging/moest, ze zal een jaar of veertien zijn geweest. Een saaie camping die veel verder van de oceaan was dan die tweehonderd meter waar de folder over sprak. Leugens! Maar wel een camping met bijzonder aardige eigenaren die mondjesmaat Engels spraken. En we stonden naast het Nederlandse echtpaar dat de folder op de voorkant sierde. Die er al járen kwamen en ook veel leuke tips hadden om te kunnen doen in de directe, maar ook iets verder afgelegen omgeving. En zo gingen we naar Vannes, een kilometer of 75 verderop om een vlindertuin te bezoeken.
We reden net de stad in toen we in een file kwamen te staan. En de rook waarvan we dachten dat die van de auto voor ons kwam toch écht onder ónze motorkap vandaan zagen komen! Gretverdrie! We konden de wagen nog net naar een ventweg rijden en toen begaf het ding het. Onze dochter is inmiddels 31 dus snap dat het best lang geleden is. De mobiele telefoon die ik had, een type koelkast, had een prepaid kaart die je per dag maar een keer op kon waarderen met €25. Internet op je telefoon bestond nog niet. Ik belde de ANWB centrale om de pech te melden en je hoorde het geld bij wijze van spreken wegtikken. “Het spijt ons mevrouw maar u heeft geen dekking in het buitenland”.
We gaan even een paar dagen terug in de tijd: de dag van ons vertrek uit Nederland. We stonden op het punt weg te rijden toen ik mijn lief tegenhield en “Verzekering” zei. Dus ik rende ons huis in, startte de PC en via, ik geloof onze bank, sloot ik en reisverzekering af. Daar stonden in de vragenlijst ook de optie om autoschade mee te verzekeren en dat heb ik aangevinkt. Ik dácht dat het bij de wegenwacht zat inbegrepen maar vond dat dubbel geen kwaad kon. Dát was een slimme beslissing.
En dat realiseerde ik me toen we ergens radeloos in een cafeetje waren neergestreken voor een kop koffie!! Ik belde het nummer dat ik had ontvangen en kreeg wéér de ANWB-centrale aan de lijn, dezelfde telefoniste. “Mevrouw, ik had u toch net al….” Enfin, we konden een sleepdienst bellen en ons naar de garage van ons automerk laten brengen. Kosten konden we reclameren. Daarna moest ik de telefoonkaart opwaarderen. Het was een flinke schade, vraag me niet meer wat, maar bovenal was het de dag voor de vakantie voor de garages in Frankrijk. Dus de beste optie was om ‘m naar Nederland te laten vervoeren. Natuurlijk zouden we vervangend vervoer krijgen.
We gaan nu een paar úúr terug. Op de camping besloot ik om de creditcard in de tent te laten. Want stel je voor dat ik mijn portemonnee kwijt zou raken Dan hadden we die kaart in ieder geval nog als reserve. En dát bleek een domme beslissing.
Want om een auto te huren, ook al zegt de verzekering dat zij het zullen regelen, heb je toch écht een creditcard nodig! Dus géén auto voor ons. We moesten met de trein terug naar Pornichet. Waarbij de Franse treinen écht niet met regelmaat rijden zoals in Nederland. Anderhalf uur moesten we wachten en het werd hoe langer hoe kouder. Eenmaal onderweg, het was al donker geworden, begon het te regenen.
Station Pornichet: geen idee hoe ver van de camping verwijderd! Geen taxi te bekennen! Mijn beltegoed was hélemaal op. En in het overvolle café waar ik naar binnen liep om te vragen of zijn er misschien een konden oproepen, werd ik bijna uitgelachen. Niet dezelfde gewoonte zoals in bij ons.
Dus daar stonden we, geheel uit het veld geslagen, te blauwbekken bij het station. Waar wel een Rolls Royce stond met een Belgisch kenteken. Ik vreesde, gezien ál de eerdere pech, dat het wel een Frans sprekende Belg zou zijn. Met andere worden, moeilijk om mee te communiceren. Er stapte een vreemd mager mannetje uit die naar ons toe kwam lopen. (lees nu met je beste Belgische accent) “Allez, wat doet u hier nu zo buiten in de regen?” Wij deden ons verhaal en hij bood ons aan om ons naar de camping te rijden. Toch dácht ik alcohol te ruiken en ik vroeg dat.
“Allez mevrouw, ik heb geen druppel gedronken, ik ben kolonel in het leger, dat zou ik nooit doen! Maar dan rijdt u toch!” Mijn lief protesteerde, maar ik nam resoluut de aangeboden sleutels aan. En zo heb ik voor het eerst, en waarschijnlijk voor het laatst van mijn leven zelf een Rolls bestuurd!
Onderweg kwamen de verhalen! Hij was niet alleen kolonel in het leger maar ook miljonair. Hij zou er wel voor zorgen dat wij thuis konden geraken. Toen een politieauto passeerde, geloofde ik dat ik hem een zucht hoorde slaken van verlichting maar dat kan ook een vergissing zijn natuurlijk. Of mijn wilde fantasie om m’n gelijk te halen.
De kolonel heeft ons afgezet bij de ingang van de camping. Onze dochter kreeg een handkus waarover ze zich zwaar geneerde. Mijn lief kreeg een soort van knuffel: ”We zagen elkaar en ik wist dat het klikte”. ( Eigenlijk meer “ennuh iek wiest dah ut kliekte”. Vergeef me Belgisch lezers) Hoe ik er vanaf kwam dat ben ik vergeten. Daarna verdween hij in de nacht, onze Belgische ridder.
Dit avontuur gaat nog veel verder maar laat ik eindigen met dat alles goed kwam. We kregen een huurauto, hebben die in Nederland weer kunnen teruggeven nadat we onze vakantie hebben volbracht en zelfs nog de vlindertuin zijn gaan bekijken.