Kijk, je kunt deze zomer natuurlijk weer urenlang verveeld voor je tent of caravan zitten swipen op dat elektronische rotding van je. Nutteloze meters maken door Facebook, speuren naar nieuwe likes op je laatste Instagram-bericht of flauwe Dumpert-filmpjes kijken waar de zoveelste freerunner met z’n zakie op een trapleuning knalt. Maar… je kunt er nu ook voor kiezen om ‘Het grote vakantie-doeboek voor uitgebluste ouders’ te lezen. En ik weet inmiddels: dat is een veel beter plan.
Nynke de Jong, Hanneke Hendrix, Alex van der Hulst en Anne Janssens delen op hilarische wijze hun (pijnlijk herkenbare) vakantie-ervaringen, -anekdotes en -tips met je. Dat is vanaf het voorwoord lachen, gieren, brullen. Met allen een leeftijd van rond de 40 vertellen ze over de meest memorabele vakantieherinneringen van vroeger, zoals de heerlijke geurende kibbeling-drive-in op Lauwersoog en het zonder gordel op de achterbank zitten.
Ze kennen ‘het klappen van de zweep’ waar het op vakantie gaan met kinderen betreft en weten dat dat soms twaalf uur gezeik en gedram op de achterbank betekent met uiteindelijk een quarantaine-ervaring, maar dan in een vouwwagen van drie bij vijf. Verder hebben ze handige tips om met de nostalgische Tetris-techniek de auto zo handig mogelijk vol te stouwen en dat betekent: passen en meten, maar vooral niet te lang nadenken. Het boek leest lekker, je ligt het grootste deel van de tijd dubbel van het lachen en al met al is het dus een gevalletje van pure fun en ontspanning.
De opbouw van het boek is megahandig voor mensen die met kinderen op vakantie zijn. Het zijn namelijk korte stukjes, een beetje magazine-achtig, waar je niet helemaal in op hoeft te gaan om de strekking te begrijpen. Ieder stukje kost je tussen de één en drie minuten leestijd (ongeveer net zoveel tijd dus als je hebt om een gemiddeld glas wijn weg te klokken) en daarna kun je het boek makkelijk even wegleggen als de kinderen weer kwijt zijn. Of ruzie maken. Of wanneer de buurvrouw weer ongevraagd tegen je begint te kakelen. Ideaal. Zit lezen er echt even niet in? Pak dan een woordzoeker erbij of kleur de pech-voor-de-Gotthardtunnel-kleurplaat in. Superhandig zijn verder de recepten voor éénpansgerechtjes, want ja… uitgebreid koken… daar heb je op vakantie natuurlijk geen zin in. Of het gerei niet voor. Of een combi van beide.
Hoewel ik het hele boek heerlijk vermakelijk vond, was er een aantal artikelen dat me de tranen écht over de wangen liet biggelen.
Meestal is een voorwoord iets saais en ongemakkelijks. Iets waar je het liefst meteen voorbij bladert. In dit boek niet. Het fenomeen vakantie wordt van meet af aan lekker op de hak genomen door het een “lange reis vol beproevingen” te noemen en tegelijkertijd wordt het fijne van vakantie niet vergeten. Want ja, je kunt wel thuisblijven, maar daar zijn dan altijd weer “katten die ontwormd moeten worden” en appgroepjes met verplichtingen waar je helemaal niet op zit te wachten.
Zonder mascotte geen respectabel vakantiepark. Althans, voor sommige mensen. Kinderen vinden ze vaak leuk, wij volwassenen meestal doodeng. En sommige zijn dan ook nog ronduit lelijk. Want waar Landal met z’n Bollo nog wel aardig z’n best heeft gedaan (rating: 5 sterren), is Orry van Center Parcs toch een beetje een triest figuur met groen piekhaar en een pollepel (rating: 1 ster). Ook Koos Konijn, Alex Avontuur, Toppe Bob en Beau & Bloem worden besproken. Wederom op hilarische wijze.
Ikzelf was ooit op vakantie in Frankrijk. Aan het eind van ons laantje stond een fitboy met z’n hippe vouwwagen. Voor dag en dauw stond hij op, haalde z’n hand op John Travolta-achtige wijze door z’n haar (dat weet ik omdat hij ’s avonds vaak nóg een keer ging), kuste z’n spierbal en liep eventjes tien mijl hard door Franse dorpjes. Showbilly. Dit boek omschrijft in totaal zes verschillende sporttypes op vakantie, waarbij de chauffeur de meest lachwekkende is wat mij betreft. De man die heen en weer naar het vakantieadres rijdt, verder schittert door afwezigheid en drukker bezig is met z’n wielrenresultaten op Strava dan met z’n gezin.
We vergeten het wel eens, maar Nederland is mooi. Heel mooi. Het pleidooi voor een vakantie in Nederland is dan ook fantastisch. Want “Nederlanders vliegen en masse naar Ibiza om met andere Nederlanders in dezelfde strandtent te gaan zitten […] Maar als je ze vraagt om Sint Anthonis op de kaart aan te wijzen, hebben ze geen idee.” Je vakantie telt tegenwoordig pas mee als je met het vliegtuig bent geweest. Zonde, want Nederland is zo prachtig. En ook dat wordt weer op hilarische wijze onder woorden gebracht.
Je mag natuurlijk niet klagen over je vakantie. Maar dat op vakantie gaan met een baby een soort mini-hel is, dat zijn de schrijvers van dit boek gloeiend met me eens. Vakantie met een baby is gewoon keihard werken, of hoe zij het omschrijven: “corvee op een alternatieve locatie”. Volgens de schrijvers ben je een soort van scherpschutter die de hele dag paraat moet staan, want voor je het weet kukelt je net-zittende baby voorover in de branding. And I can’t disagree. Gelukkig heb ik ze inmiddels wat groter, betekent echter niet dat ik de pijn bijna nog kan voelen ;-)
Vakantie is soms keihard werken. Ook voor de mensen die op Instagram doen lijken alsof alles pais en vree is. Want zij plaatsten natuurlijk níet een filmpje van de zoveelste bonje in de voortent of van kinderen die met ongewassen haren en vieze handen lopen te zaniken dat ze de haricots verts goor vinden. Maar het is toch ook zo verschrikkelijk leuk, dat samenzijn. En het levert prachtige herinneringen voor later op, óók als je vroeger tien keer naar hetzelfde rotdorp ging. En al die plussen en minnen van vakantie, die worden in dit boek op vermakelijke, lachwekkende en zeer herkenbare wijze beschreven.
Ik geef hem gewoon een dikke 9. Benieuwd wat jij ervan vindt!