Toen ik bedacht dat het misschien wel een aardig idee zou zijn om onze fietsen eens mee te nemen op vakantie, was ik voor het gemak even vergeten dat Frankrijk niet zo plat is als Nederland. Tegen de bult op trappen met een tiener achterop is nog best wel een dingetje, kwamen we achter toen we met 32 graden Celsius de eerste heuvel in Die beklommen. Maar ja, om die anderhalve kilometer nou continu met de auto af te leggen, vond ik persoonlijk ook wat overdreven. Dus pakten we ze af en toe, die fietsen. En dat beviel al met al toch best goed.
Vlak voor de vakantie scheurde onze tiener een van haar enkelbanden. Flinke zwelling, drukverband erom, pootje omhoog, rolstoel en krukken. Even dacht ik dat we de vakantie wel konden annuleren, maar binnen twee weken liep ze weer met een stevige brace van het ziekenhuis. Stukjes dan, want lange afstanden zaten er nog niet in. We speelden dagenlang met het idee om de rolstoel dan toch maar in de caravan te gooien. Maar een dag voor vertrek leek ons dat toch wat overbodig. De loopkrukken gooiden we voor de zekerheid wel achterin de auto en we namen onze twee fietsen mee. Allebei een kind achterop, moest lukken toch?
In de herfst van 2022 schaften we toevallig al iets handigs aan: een Thule fietsendrager voor op de dissel. We hadden al een drager voor fietsen achterop de caravan, maar op de een of andere manier voelde dat nooit helemaal senang tijdens het rijden. Geen zicht erop, flink gewicht aan de achterzijde… niet helemaal ons ding. Wouter had schijnbaar al maanden een zoekopdracht naar een disseldrager op Marktplaats uitstaan en ineens popte er eentje op. Drie tientjes, dicht in de buurt, weg wegens overcompleet. Deze zomer konden we hem eindelijk uitproberen. Lucky bastards, die twee Gazelles van ons, eindelijk een lekker plekje. O, mocht je trouwens denken dat we met onze twee dezelfde fietsen een stereotiep ANWB-stelletje zijn… dat zijn we zeker niet. Lang verhaal waarom we op dezelfde fiets rijden, maar laat ik het er maar op houden dat we gelukkig zelden naast elkaar rijden. Behalve deze vakantie dan.
Zoals het een heuse tiener betaamt, werd het achterop zitten een grote klaagzang. Zeer aan de billen, papa trapt niet door, het is veel te heet hier, papa fietst alléén maar door kuilen in de weg en ga zo maar door. Uiteindelijk stapte ze de eerste rit naar Die af met een boze “Ik ga echt niet meer dáár achterop zitten, ik ga wel lopen!” tot het moment dat ze merkte dat ze a) de weg niet wist, b) geen Frans spreekt en c) best nog een stukje moest kuieren tot aan de camping. Met die enkel van d’r. En dus ging ze maar weer zitten. Achterop bij een inmiddels ook mokkende Wouter die het tegen de bult op nogal zwaar vond. Nine was in de tussentijd weer achterop mijn bagagedrager gaan zitten – ze was compleet loyaal aan haar zus ook boos afgestapt – en vond het niks meer. En ik: even lachen voor de foto jongens! Tja, dat gemopper en gemekker zie je op Instagram nooit terug hè ;-)
Kennelijk moesten we er even handigheid in krijgen, dat fietsen in Frankrijk. De tweede keer pakten we namelijk deels een andere route en wisten we waar de echte heuveltjes begonnen. Op tijd terugschakelen en hard trappen dus. En de klagende tiener achterop míjn bagagedrager bleek ook een beter idee. Toen we het fietsgebeuren allemaal een beetje onder de knie hadden, bleek het toch wel erg handig om twee fietsen mee naar de camping te hebben. In plaats van twintig minuten lopen was het namelijk vijf minuten fietsen naar het dorp (en de gezelligste Franse markt ooit!), broodjes scoren bij een bakkertje was met de fiets ook zo gepiept, ’s avonds konden we even een lekker ijsje scoren in het naastgelegen dorp, we hoefden niet te zoeken naar een parkeerplaats rondom de drukbezochte markt en het vuilnis wegbrengen – de vuilnisbakken stonden een flink eind buiten de camping – ging fietsend ook een stuk sneller. Lopend was het natuurlijk ook gelukt, maar toch best fijne voordelen dit.
Al met al hebben we ze misschien zes of zeven keer gebruikt, de fietsen. Niet heel vaak dus, maar toch vaak genoeg om ze de volgende keer weer mee te nemen. Het gaf een stukje vrijheid ten opzichte van eerdere vakanties waar álles met de auto moest en bovendien is fietsen in een andere omgeving toch ook wel heel erg leuk. Ik voelde me helemaal in m’n element op m’n simpele tweewieler tussen de bergen. Wat een feest om in zo’n omgeving te fietsen. We nemen er echt geen vier mee op vakantie, maar twee fietsen voor een stukje extra wendbaarheid? Ja hoor, zou ik zó weer doen.