Man, man, man… ik ben zo slecht in vakantiespullen pakken. Niet eens zozeer in de basisbenodigdheden als huishoudelijk spul, verzorgingsdingen, beddengoed en boodschappen (die laatste neem ik namelijk nauwelijks mee), het probleem zit ‘m in de kleren. Niet mijn beste kant. En ik durf ook echt toe te geven dat ik er tijdelijk geen leuker mens van word. Wat een stress.
Nu we voor het tweede jaar op rij in Nederland blijven, met bijbehorende weersverwachtingen (lekker wisselvallig), moet je ongeveer alles bij je hebben. Van bikini tot skipak en alles er tussenin. Niet te doen. Voor mij althans. Sommige mensen vinden het natuurlijk prima om vier dagen in dezelfde korte broek te lopen. Ik niet. Bovendien hangt het maar net van mijn humeur af of ik ‘s ochtends een rok of een broek aan wil trekken, dus ga ik alles bij elkaar voor 2 weken camping op pad met 12 shirtjes, 5 hemdjes, 4 lange broeken, 3 korte, 2 lange rokken, 3 korte, 4 jurkjes, sportkleding, 2 truien, 3 vesten, 2 jassen, een hoodie en veel te veel schoenen. Ik zei het al: ik ben er niet zo goed in…
Manlief pakt gelukkig zijn eigen spullen in. Hij heeft immers ook handen gekregen, kan prima voor zichzelf nadenken én hij is er gewoon beter in. De kleding van de kinderen, die doe ik erbij. En dat ‘erbij’ betekent ongeveer een halve dag werk. En uiteindelijk loop ik dan samen met Wouter het spul nog even na, om vervolgens ieder jaar aangekeken te worden alsof ik gek geworden ben. Waar wil ik het allemaal laten? En ik weet dat hij gelijk heeft, maar het lukt me gewoon niet om te schrappen. Dus schrapt hij dan vaak nog wat dingen. Die ik dan stiekem tóch nog weer bij het caravankastje in druk. Supertriest. Haha.
Het gekke is dat zodrá ik op de camping de kast opentrek ik wél ineens in de gaten heb dat het teveel is. In a split second. Dan heb ik namelijk dat campinggevoel weer een beetje te pakken en wéét ik dat het gewoon geen kwestie van iedere avond een ander gezellig outfitje is. Zoals vroeger, toen we met z’n tweeën elke avond over een zonovergoten boulevard zwierden, zoekende naar wéér een nieuw restaurantje. Maar diep in m’n hart vind ik dus precies dát ook zo mooi aan kamperen, het maakt allemaal niet zoveel uit. Let it be, is het credo. En gezellig is het op de camping sowieso wel.
Maar het goede nieuws is: we staan klaar voor vertrek. De caravan is ingepakt, met ruim voldoende kleren, en dat geeft me ook een bepaalde rust. Dat het gewoon kláár is. En… ik ben in ieder geval voorbereid op welk weertype dan ook.