Wie eerder een blog van mij gelezen heeft, weet al: ik ben geen stoere, back-to-basic kampeerder. Mijn ouders hebben in mijn jongere jaren een poging gedaan me iets meer te wapenen voor beestjes, viezigheid en ander gespuis, maar je kunt al met al toch wel stellen dat ik een lichte vorm van smetvrees heb. Tijd dus voor een blogje over het wat mij betreft belangrijkste vakantieselectiecriterium dat er bestaat: het sanitair.
Wat een camping aan faciliteiten te bieden heeft, vind ik niet eens zo belangrijk. Zwembadje is wel lekker, maar zeker in het buitenland gaan we er toch veelvuldig op uit. We zoeken strand, meer, klimbos, dorpje of kasteeltje op en vermaken ons daar uren (de kinderen zijn vaak wat minder enthousiast over de laatste twee, maar goed). Lang verhaal kort: we zijn soms meer buiten de camping dan erop.
Maar van één onderdeel van de camping ben je dus totaal afhankelijk gedurende zo’n kampeervakantie: de was- en toilethokken. Je móet er een paar keer per dag heen. Want ja, waar moet je anders plassen? Of douchen? Of je tanden poetsen? Wat ik – aangekomen op de camping – als eerste doe, is dus ook niet de caravan op z’n plek zetten, maar het sanitairgebouw checken. Tot grote frustratie van Mr. Ter Heide.
Ik walg dus echt van remsporen in het toilet (of nog erger: níet doorgespoelde kinderdrollen… waar zijn die ouders?), druppels op de bril, modder op de douchevloer (die geur, alsof je de kleedkamer inloopt van een voetbalelftal dat op echt gras heeft gespeeld) en haren (van een ander!) in putjes. Gad. Ver. Damme. Zo ben ik een keer op m’n gympen naar het douchehok gelopen. Slippers vergeten. Dom. Superdom. Want toen moest ik dus op m’n blote voeten. En daar sta ik dan. Met m’n omhoog gekrulde tenen. Alsof dat iets helpt. Net zo goor vind ik de combinatie van wc’s en wastafels in één ruimte. Sta je net lekker je tanden te poetsen, loopt je buurman het toilet pal naast je in. Mét wc rol (als je kampeert snap je wat er hier misgaat).
Hmmm. Misschien moet ik maar een nieuwe carrière overwegen als sanitairgebouwontwerper: zelfreinigende toiletten, douchehokjes met automatische vloerwissers, scheidingswanden met ritual of sakura fragrance, toilet- en douchehokjes in aparte ruimtes en ga zo maar door. Zou de wereld echt mooier van worden. Althans, die van mij ;-)
Ik hou van de natuur. Echt waar. Prachtige groene bomen tegen een helderblauwe lucht, de geur van het bos, weidevelden die eruit zien als één groot wildboeket, kabbelende beekjes, kwetterende vogeltjes… er zijn maar weinig dingen die me zó blij maken. Maar ja. In die prachtige natuur leven ook spinnen en ander ongedierte. Word ik íets minder blij van. Tel daar even bij op dat de toilethokken van campings veelal middenin die natuur staan en ik ben nóg een stukje minder blij. Want wat gebeurt er dan? Juist. Die spinnen zien dat gebouw als handige hangplek. Stap ik een hokje binnen, dan speur ik dus ook eerst ieder hoekje nauwlettend af (bijna overbodig, want ik heb een ingebouwde sensor). Niks te zien? Dan kan ik. Spin te gast? Dan pak ik een deurtje verder. Zucht. Ok. Geïntegreerde spider killers. Moeten ook op het lijstje als ik ooit nog sanitairgebouwontwerper word.
Ik heb dus nogal wat eisen als het aankomt op het sanitair van campings. Gelukkig is het tegenwoordig een vast onderdeel in het camping-review-systeem. Bedacht voor mensen, mijn medehelden, die dit snappen. Maar ik check het toch graag zelf even als ik er ben, weet ik zeker waar ik aan toe ben. Is het dan schoon? Dan ben ik pas echt gerustgesteld. Niet? Dan ben ik de hele vakantie zenuwachtig voor iedere douche- of toiletbeurt. En begrijp me niet verkeerd, de camping kan er in veel gevallen ook geen fluit aan doen als het er niet uit ziet. Het zijn de mensen (en de spinnen!) die de boel verkwanselen. Maar als ik in ieder geval zie en weet dat er vaak en goed schoongemaakt wordt, kan ik rustig slapen. En lekker een biertje drinken. Want iedereen weet… als je eenmaal aan dat onvermijdelijke vakantiebiertje of –wijntje gaat en je gáát een keer plassen… dan blijf je gaan. Ik zeker. En dan ga ik maar liever op een schoon toilet 😄
Misschien denk je nu, waarom ga je niet gewoon in een hotel zitten? Het antwoord is simpel. Ik vind kamperen voor 98% fan-tas-tisch. Veel fantastischer dan een huisje of hotel. Waarom, daar vertel ik de volgende keer over. Tot dan!