Toen ik nog studeerde, zeg maar zo’n honderd jaar geleden, was mijn studentenkamer een weerspiegeling van mijn ouders interieur. Vergeet even dat veel van de meubeltjes in mijn kamer bij hen, of hun kennissen vandaan kwamen maar de kleurstelling was bruin met beige. Waarschijnlijk zocht ik de geborgenheid en gezelligheid van thuis en kopieerde ik daarvoor hun kleurenpallet. Totdat Toine op bezoek kwam, een studiegenoot met een flair voor interieur. Hij heeft nu samen met zijn man een Bed & Breakfast in Schin op Geul en het is echt een feestje om daar doorheen te lopen. “Kitty, dit kan écht niet! Zo oubollig!! Kies eens voor kleur!”
In de eerste instantie was ik zwaar beledigd maar zoals bij veel dingen laat ik het bezinken, slaap er over, denk er over na en geef het een plaatsje. Toine had gelijk!! En ik koos voor kleur. Eentje maar. Zijn boodschap was waarschijnlijk anders bedoeld, wat ruimer, maar ik ging voor blauw. Blauw in alles!! Dus gedurende de volgende honderd jaar maakte ik het me heel makkelijk, en daardoor ook heel moeilijk; het moest blauw zijn. Servies, in combi met wit, vazen, beddengoed, keukenapparatuur. Was het er in het blauw dan was de keuze makkelijk, was die kleur er niet dan viel het af. En gelukkig kon ook mijn lief, we delen nog steeds ons leven samen, zich helemaal vinden in die kleur. We gingen kamperen: het eerste zelf gekochte tentje: je raad het vast al. En die lage campingstoeltjes? Ook!!
Natuurlijk kan je niet altijd consequent zijn, zeker als je portemonnee het niet toelaat. Onze eerste ‘familietent’ was tweedehands en appeltjesgroen. En zo lek als een mandje, was vast een vloek; foute kleur. En onze eerste vouwwagen, een Trigano, was bruin met oranje. Wat wíl je, het ding kostte ons maar achthonderd gulden! Spuuglelijk maar we waren de koning te rijk. En onze lievelingskleur gecombineerd met de groen/gebroken witte Holtkamper Cocoon was ook geen succes.
Toen kochten we onze eerste Campooz Fat Freddy. Alles paste!! Wij en Campooz en onze kleuren bij Fat Freddy. Blijer konden we eigenlijk niet worden. Alleen dat warme dak in de hete zon, dat vonden we minder. En we werden op onze wenken bediend!! In het eerste lustrumjaar kwam er een Limited Edition op de markt! Wit dak en blauwe wanden. Wat baby-blauw (Koninklijk blauw noemde het bedrijf het zelf) maar toch! En ik denk dat wij de eerste waren die er mee op de weg reden. Trots als een oude aap. Totdat Nicky op bezoek kwam, mijn zusje met een enorm gevoel voor trends. “Blauw is een echte oude mensen-kleur Kitty”.
In de eerste instantie was ik wat beledigd: “Blauw kan dan wel geassocieerd worden met oude mensen maar ik vond het al mooi toen ik jong was” liep ik in mezelf te simmen. En dat ik na zo’n halve honderd jaar inmiddels ook al oud was wilde ik niet eens onder ogen zien!! Oud? Wie is er hier oud? Ik voel me niet veel ouder als toen ik voor de kleur ging!! En toch ging ik eens goed kijken als we weer een camping bezochten. Niet alleen stonden we vaak tussen de ouwetje omdat we niet meer aan schoolvakanties gebonden zijn, maar al de caravans om ons heen waren wit met daarbij blauw. Stoelen, handdoeken, emmertjes, tafelkleedjes. NEEEEEE!!!!!
Eenmaal thuis, stapte ik op de fiets en ben ik gaan shoppen. De contrastkleur van blauw is oranje maar dát is nou echt niet mijn kleur, dus koos ik voor okergeel. Ook nog makkelijk aan te komen. Badlakens, theedoeken, dekbedovertrek en kussentjes voor de campingstoelen. En voor de deuropening een vliegengordijn in regenboogkleuren, net als de lampjes onder de luifel.
Mijn vriendin Bettie staat op het punt om een Campooz Lazy Jack aan te schaffen en loopt zich nu al te verkneuteren op het kleurenpallet dat ze zal gaan gebruiken. Ze mijmerde over blauw maar neemt nu mijn raad ter harte. Want WIJ ZIJN NIET OUD! Forever vierentwintig (al zegt de spiegel telkens weer anders).
Overigens vraag ik me wel af: ben ik de enige die zich zo met kleur bezig houdt? Of kopen anderen gewoon waar ze zin in hebben en ligt er een heerlijke bonte kermis aan kleuren in hun kampeermiddel.