Eerlijk is eerlijk, zo nu en dan denk ik met weemoed terug aan de jaren dat we met z’n tweeën op vliegvakantie gingen en we alleen maar een koffertje in hoefden te pakken. Van het feit dat je bij kamperen over alles (echt álles, tot de toilet-doorspoel-bende aan toe) van tevoren na moet denken, krijg ik soms weken van tevoren al de zenuwen. Maar toch, tóch vind ik het heerlijk om met m’n eigen sleurhutje op vakantie te gaan. And this is why…
Ik houd van buiten zijn. Frisse lucht doet me gewoon goed. Ik krijg er energie van, voel me vrijer en ik geniet volop van de natuur. En daardoor maak ik dan weer van die heerlijke endorfines aan die me zo’n fantastisch, onverwoestbaar gelukzalig gevoel geven. En het mooie van kamperen: weer of geen weer, je gaat tóch wel naar buiten. 16 graden en miezer? Hopsakee d’r uit. En zelfs al zakt de temperatuur in de avond naar een graad of 9… dik vest aan (desnoods 2), sokken over de broek en lekker borrelen voor de voortent. Love it.
Kamperende mensen zijn aardig en behulpzaam. (Ok, behalve die campingheks die altijd chagrijnig kijkt. En die kerel die zichzelf eigenlijk te goed voor de camping vindt. Die even terzijde.) Rubber hamer vergeten? Leen je gewoon even van de buurman. Zonder shampoo in het douchehokje? Eén keer roepen en er komt een fles van 3 hokjes verder naar je toe schuiven – als je pech hebt wel via die geul vol met haren.Tomaten vergeten? Altijd wel iemand in de buurt die er een paar over heeft. Niemand die er anders van wordt. Ik vind het heerlijk, dat no-nonsense gedoe.
Heb je een huisje geboekt? Je stapt thuis in de auto, sjeest in één grote ruk naar de locatie om daar vervolgens twee weken te verblijven en in dezelfde ruk terug te sjezen. That’s it. Toegegeven: hebben wij in het verleden ook wel eens gedaan. Maar nu… met die caravan... we maken er een heel avontuur van. Niks geen gehaast of gesjees. We vertrekken rustig van huis, rijden een kilometer of 500 en zoeken naar een kneuterig overnachtingscampinkje. Pootjes uitdraaien, stoelen en tafel eruit en ik heb een instant vakantiegevoel. De volgende dag doen we hetzelfde. En zo rijden we in 3 dagen naar het Zuiden van Europa. Zóveel relaxter dan dat gesjees.
Hoewel we wél kiezen voor het gemak van een caravan, zijn we absoluut geen luxe-kampeerders. Dat kneuterige van kamperen, vinden we allemaal heerlijk. Niks hoeft geordend, niks hoeft gehaast, niks hoeft groots en meeslepend. (Snapt niet íedere kampeerder, getuige de toename van het aantal tandemasser – google maar even – caravans, maar goed). Op de camping heb ik écht het gevoel dat ik me terug kan trekken uit de rat race die we in onze maatschappij gecreëerd hebben. Het zet me ook altijd aan het denken. Over hoe weinig je eigenlijk nodig hebt om gelukkig te zijn. En hoewel ik na de vakantie toch altijd weer in die rat race valkuil trap, denk ik dat ik uit iedere kampeervakantie toch altijd wat mooie momenten van bezinning meepak. Niks zo waardevol als dat, mensen.
Ik slaap nergens zo lekker als op de camping. Nou denk je misschien… logisch, want je hoeft niks en daardoor slaap je automatisch lekkerder, ook in een ‘huisje’. Klopt als een bus. Toch voelde ik van onderuit m’n tenen dat dat niet alles was, dus ik ging op onderzoek uit. Hoe zit dat nou eigenlijk, dat lekkerder slapen op een camping? Het blijkt dus nogal samen te hangen met dat vele buiten zijn. Daardoor pak je op een camping vooral natuurlijk licht in plaats van kunstlicht. Omdat het ’s avonds op een gegeven moment toch donker is, ga je eerder naar bed. En nou is het dus niet zo dat we dan ongegeneerd 12 uur slaap per nacht pakken, maar door het gebrek aan kunstlicht kom je veel dichter bij je biologische ritme… het dag- en nachtritme dat eigenlijk bij je hoort. Zo sta je dus eerder op en word je met dezelfde uren slaap uitgeruster en frisser wakker. En heb je dus ook nog eens meer aan je dag. Goud, toch!
Lang verhaal kort: hoewel ik over de details van het kamperen (afwassen en spinnen in de tent bijvoorbeeld) nog wel eens loop te zeuren, komt de balans toch écht heel positief uit. Kamperen, zeker met kinderen, staat bij mij voorlopig op Nummer 1 voor de grote vakantie. Afgewisseld met een huisje voor de korte verblijfjes tussendoor ;-)